Het is maandag 9 januari 2012 (Nieuw Zeelandse tijd). Ergens in het Albert Park zitten twee backpackers. Na een bevreemdend avontuur in Tokyo zijn ze net een paar uur geleden aangekomen in Auckland. Nog een beetje onwennig zitten ze met hun slippertjes aan op een bankje tegenover een fontein. De zon schijnt, de palmbomen wuiven, het gras is groen en de lucht strakblauw. Het ruikt fris. Naar groen, naar vrijheid, naar avontuur en een eindeloze zomer. Met een diepe zucht zeggen ze tegen elkaar: ‘Zullen we hier blijven en nooit meer terug naar huis gaan?’
Nog maar een paar uur in Nieuw Zeeland en nu weten ze het al zeker: This is paradise.
Van koude zon naar warme regen. Zo zou je onze eerste kennismaking met Nieuw Zeeland het beste kunnen omschrijven. Daar waar in Tokyo de zon iedere dag scheen en de lucht strakblauw was, werden we bij onze aankomst in Auckland verwelkomd door grijze wolken en af en toe een bui. Niet echt wat we van een zomer op het zuidelijk halfrond hadden voorgesteld.
Maar..daar waar het in Tokyo iedere dag kou lijden was, konden we hier zomaar naar buiten in ons t-shirt en op onze slippers! Hoe fijn is dat! Bovendien is het niet voor niets dat in Auckland ook zomers wat buien vallen. Een van de redenen waarom het Nieuw Zeeland zo groen is, is juist omdat het zo vaak regent.
Dat is dan ook meteen het eerste wat Sjoerd aan dit land opviel: groen, veel natuur en mooie omgeving waar je ook kijkt. Voor Sanne was het een andere kennismaking. Of beter gezegd: een hernieuwde kennismaking. Nadat ze 8 jaar geleden dit land al eens voor een aantal weken had bezocht, was het nu niet zozeer het uitzicht, maar meer de geuren die allerlei herinneringen naar boven brachten. Het rook naar buiten zijn, buiten werken en leven als een backpacker.
Met kleine oogjes van de slaap en de vermoeidheid van een lange vlucht keken we in de bus richting de stad onze ogen uit. Dit wordt ons nieuwe thuis voor de komende maanden. Het gaat nu echt beginnen!
Dus daar gingen we. De heuvel af de stad in. Gelukkig hadden we in Nederland al wat voorwerk gedaan en het een en ander uitgezocht. De bankrekening en het Nieuw Zeelandse sofinummer waren dus zo geregeld. Ook werd er een mini-laptop op de kop getikt (toch wel handig met al dat geschrijf) en gingen de eerste e-mailtjes naar potentiële werkadresjes de deur uit.
Zo gezegd, zo gedaan. Alles ging meer dan voortvarend en het to-do lijstje was in twee dagen al flink geslonken (in tegenstelling tot onze kuiten die na al dat heen en weer lopen over de Aucklandse heuvels inmiddels flink gegroeid waren). Het enige belangrijke en meteen ook grootste ding wat nog geregeld moest worden, was de auto. De auto die ons de komende maanden van hot naar her moest gaan brengen. Maar waar vind je die?
We hadden gedacht minstens een paar dagen nodig te hebben om via automarkten, autoveilingen en backpackersadvertenties een geschikte wagen te kunnen vinden. Uiteindelijk kostte het ons slechts één ochtend. Meteen in het tweede hostel wat we inliepen om advertenties te checken, werden we aangesproken door twee Duitsers die wanhopig waren hun auto te verkopen. Over drie dagen zouden ze uit Nieuw Zeeland vertrekken, maarja, de auto die kon natuurlijk niet mee. Even kijken dus maar. Hoewel de auto aardig boven ons budget was, kon een proefritje geen kwaad. Bovendien, als ze echt zo wanhopig waren als ze zich deden voorkomen, dan zouden we hier nog wel eens een aardig slaatje uit kunnen slaan.
En zo kwam het dat binnen twee uur de deal rond was. Met 1000 NZD van de prijs af hadden wij een auto en waren zij blij dat ze hun auto kwijt waren. Nu zijn we dus de trotse eigenaaren van ‘Bob’: onze eigen Honda Accord stationwagen. Nooit eerder hebben we samen zo’n grote en dure aankoop gedaan. Gekscherend zeiden we tegen elkaar dat we nu alsnog een beetje getrouwd zijn (hebben we dat ook maar meteen gehad!).
Bob. Een gigabak (helemaal vergeleken met al die schattige kleine autootjes in Tokyo), maar wel een automaat. Bovendien heeft dit formaat het voordeel dat we er ook in kunnen slapen. Nu alleen nog wat campingspulletjes en we zijn klaar om te gaan!
werkse dan maar he?! hahahaha
BeantwoordenVerwijderenNou Sanne, ik zou maar bij de appelbomen blijven en niet te dichtbij de cider komen.
BeantwoordenVerwijderenAnders wordt dat werken niks.
Liefs, Albert en Ria.
Hoi Sanne en Sjoerd,
BeantwoordenVerwijderenWow..door allerlei gedoe hier heb ik Sanne's blog de laatste tijd niet gelezen.
Wat een ondernemend stel zijn jullie, heel veel plezier en natuurlijk spannende avonturen!
Ik ga snel de vorige blogs lezen.
Liefs en groet, Ria van Pelt.
waren wij ook nog maar eens achter in de twintig zucht .......
BeantwoordenVerwijderenHoi Sanne,
BeantwoordenVerwijderenVanuit T. kom ik even bij je koekeloeren omdat ik even wilde weten hoe het met je gaat! Heerlijk om te lezen dat je zo actief in het land duikt en fijn dat je zo geniet. Bevalt Bob een beetje? ;-) Ik reageer later weer met meer!
Nou, dat gaat voorspoedig! Hartstikke mooi. Fijn dat jullie een extra vriend aan het reisgezelschap kunnen toevoegen: in de vorm van Bo(a)b.
BeantwoordenVerwijderenBen benieuwd naar jullie nieuwe ervaring met het van appel naar cider gebeuren. :)
S van het VF
Hoi Sanne,
BeantwoordenVerwijderenmisschien kan je ervoor zorgen dat ze daar ook appelstroop gaan maken?
Groetjes,
Marjolein
en ook de groeten van Nico enMarc
@ Marjolein..de appelstroop is inmiddels al in de supermarkt gevonden :) Hoef dus niet zonder te doen en met de voorraad cider zit het na een week werken ook wel goed ;)
BeantwoordenVerwijderenHi Sanne en Sjoerd,
BeantwoordenVerwijderennog hartelijke dank voor jullie kaart! Begrijpen dat het volop genieten is daar. Vooral mee doorgaan!
Groeten van ons,
Tine en Bertus