zaterdag 10 maart 2012

Christelijke waarden en Schotse hartelijkheid – Stewie en Sophie gaan op familiebezoek in Wainuiomata

8 jaar geleden was Sophie er voor het eerst. Op aandringen van haar moeder (‘ze zouden het echt ontzettend op prijs stellen als je langskomt’) belde ze hen op. Het gesprek was ronduit hartelijk (ze vonden het inderdaad geweldig als ze langs zou komen), maar ook een beetje onwennig. Want wat wist ze nou eigenlijk van deze mensen? Niet veel meer dan dat het familie van haar was. Verre familie (letterlijk en figuurlijk). Familie die ze nooit had gezien en waar ze eigenlijk verder ook maar weinig van had gehoord. Oude mensen bovendien. Wat had ze daar eigenlijk te zoeken?


Alle vragen en onzekerheden vielen echter weg toen ze de ochtend erop in Wellington bij haar hostel werd opgehaald. Daar uit de auto stapte namelijk een man, die zonder twijfel wel in haar stamboom móest voorkomen! Het was onmiskenbaar. Als twee druppels water. De man die daar stond was oom Bas: de broer van Sophie’s opa, die in de jaren ’50 naar Nieuw Zeeland was geëmigreerd en daar met de Schotse Eileen was getrouwd. Weg van Nederland, weg van de oorlog en op naar een nieuw leven in een nieuw land.
Een week lang zou Sophie bij hen blijven. Ontvangen met gevulde koeken (speciaal voor haar in een Nederlandse winkel gehaald), een groot comfortabel bed en tripjes in de omgeving, was het een ontzettend vriendelijk en warm welkom, bij mensen die ze niet en toch ook weer wel kende.

Het enige punt waarop ze ook na die ene week complete vreemdelingen van elkaar zouden blijven, was het geloof. Met een jonge vrije backpacker die nog nooit op zondag een kerkdienst heeft bijgewoond en twee oudere mensen waarbij God een meer dan centrale rol speelt, was het soms – van beide kanten – wat aanpassen. Er werd hardop gebeden voor het eten, uit de bijbel gelezen na het eten en uitspraken als ‘Oh my God’ (iets wat Sophie na 6 maanden reizen inmiddels als bijna standaard uitroep in haar Engelse vocabulaire had zitten) werden op zijn zachtst gezegd niet echt op prijs gesteld.
Maar ondanks dat het Bas en Eileen ook na een week Wainuiomata niet was gelukt om de heidense Sophie enigzins te bekeren, was er ondanks deze ‘geloofskwestie’ een band ontstaan, die ook in de jaren na hun eerste ontmoeting zou blijven bestaan.


En nu, 8 jaar later, stond Sophie er weer. Zelfde huis, zelfde plaats. Alleen Sophie met een man rijker en Eileen een man armer. Oom Bas was namelijk twee maanden daarvoor vrij plotseling overleden.
Ondanks deze treurige omstandigheden, was de vriendelijkheid en hartelijkheid echter nog steeds net zo aanwezig als de eerste keer. Ontvangen met quiche en salade werden onze buikjes eerst goed gevuld, alvorens we naar onze kamer werden geleid. Dezelfde kamer als 8 jaar geleden, met nog steeds hetzelfde grote, comfortabele tweepersoonsbed. En hoewel het eigenlijk tegen Eileen’s principes inging (we zijn immers niet getrouwd), mochten we bij hoge uitzondering samen op een kamer slapen. ‘I only allow it, because you’re family’, aldus Eileen.

De rest van de dagen werden afwisselend gevuld met samen ontbijten, bijpraten over familie, bezoeken van dochter Joy, puzzelen, wat klusjes opknappen in de tuin en het graf bezoeken van oom Bas (of ‘Bob’, zoals ze hem noemt). Voor een mensje voorbij de tachtig komt Eileen nog steeds ontzettend helder en pienter over. Het enige dat haar parten begint te spelen is haar fysieke energie en het feit dat ze snel moe is. Daarnaast mag ze op het eerste oog heel wereldwijs en bij de tijd lijken, maar is ze in haar geloof nog steeds net zo standvastig als toen. Hoewel het onderwerp niet ontzettend veel ter sprake werd gebracht en slechts één keer de vraag werd gesteld ‘Do have any plans to get married soon?’, is het toch te merken dat het een barrière is die tussen haar en ons in blijft staan.


Maar wel geloof of geen geloof. Fish & chips lust iedereen en naar wat wij hebben mogen ervaren lust Eileen er wel pap van. Met z’n drieën, in de auto, plastic bordjes op schoot. Eerst een gebedje en daarna; hap, slik, burp! Eileen’s vis was weg voordat wij ook maar een hap hadden genomen. Tegen dit soort momenten kan geen leeftijdsverschil, verre familieband of God op. Het enige dat op zo’n moment geldt, is dat je elkaar in je waarde laat en geniet van de band die er wel is. Een familieband; met een flinke dosis vriendelijkheid en gastvrijheid. Amen.

2 opmerkingen:

  1. He Sanne en Sjoerd,

    mooi verhaal over ons verre familielid.
    En een flinke farmer schept natuurlijk een band.

    Liefs Moniek

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Wat een grappig verhaaltje (niet tekstueel maar de feiten themselves). Ik zie haar al voor me, tanig, oud en in de auto op schoot happend in de fast food... Prachtige ervaring trouwens, zo ver weg en toch een band.

    BeantwoordenVerwijderen